Tai Chi is ontstaan in China en bestaat uit vloeiende bewegingen die hun oorsprong vinden in de krijgskunst. Toen de beoefenaars de heilzaamheid van de bewegingen ontdekten, zijn de vaste vormen van Tai Chi ontstaan.

In onze tijd wordt Tai Chi vooral beoefend om:

• de algehele gezondheid te bevorderen;
• lichaam en geest in balans te brengen;
• spieren en gewrichten soepel te maken;
• concentratie, coördinatie en evenwicht te verbeteren.

De langzame, vloeiende bewegingen maken Tai Chi geschikt voor iedereen. Jong en oud kunnen het leren en en je kunt de bewegingskunst tot op hoge leeftijd blijven beoefenen.

Tai Chi is uitstekend geschikt om conditie en spierkracht te vergroten, te behouden of op te bouwen. Bijvoorbeeld na een periode van ziekte of stress. Bovendien is het een veilige manier om de grenzen van je lichaam te verkennen en te verleggen.

Het regelmatig beoefenen van Tai Chi bevordert de circulatie van bloed en qi (levensenergie) en verhoogt de weerstand tegen ziekten. Hierdoor voel je je snel vitaler.